• Berichtcategorie:Gezond leven
  • Bericht reacties:15 Reacties
  • Leestijd:6 minuten gelezen

Ik ben een grote fan van de middeltjes van de bomma. Waarom? Omdat de bomma heel wijs was. Toen de dieren nog spraken en er nog geen modieuze tijdschriften bestonden waarin ongenuanceerde uitspraken werden gedaan over wetenschappelijke onderzoeken, zwaaide het gezond verstand en het tegenwoordig zwaar ondergewaardeerde instinct de plak. Mensen wisten vanzelf hoe ze voedsel moesten bereiden op een manier die goed voor hen was. (En daarover schreef ik al eens in een ander artikel.)

Zuivel, bijvoorbeeld, maakte ook deel uit van onze (over)grootouders hun dagelijkse maaltijden: verse melk werd gekookt en ’s avonds, eventueel met een schep honing, gedronken als natuurlijk rustgevend middel. Zelfgemaakte kazen gingen vlot naar binnen en niemand die erover dacht om havermoutpap klaar te maken met rijstmelk of, nog erger, sojamelk. Zuivelfobie was nog niet gekend en bij mijn weten waren er in de tijd van de bomma ook nog geen gevallen van lactose-intolerantie.

Door allerlei artikels in de pers is zuivel ondertussen een “no-go” geworden voor velen. Als je sommige publicaties over zuivel zou geloven, lijkt het erger voor je te zijn dan de cholera, de pest én ebola samen. Hoe komt dat toch? Want als we kijken naar het basisproduct van waaruit zuivel wordt gemaakt, melk, dan zien we nochtans dat het een heel hoge voedingswaarde heeft. Melk bevat hoge hoeveelheden vitamine A, D, K, B12 en heel veel CLA (een lekker slank makend vetzuur). En van die voorgaande voedingsstoffen hebben we net met z’n allen suboptimale niveaus, mede omdat het vetoplosbare vitaminen zijn en de angst voor vet hoogdagen beleeft. Verder zou melk een sterke antistress werking hebben (wist de bomma het, of wist ze het niet?), zorgen voor een betere cholesterolverhouding, overgewicht tegengaan en hart-en vaatziekten helpen voorkomen.

Maar wat dan met al die wilde verhalen waarin gezegd wordt dat zuivel zo slecht is? Na alle artikels die ik de afgelopen maanden las over het onderwerp, blijkt dat allemaal niet zo zwart-wit te zijn. Het is iets genuanceerder dan het geopperde “zuivel is slecht” of “zuivel is goed”. En daarom zijn er een aantal punten die we ons zouden moeten afvragen:

  • Zijn mensen echt lactose-intolerant of zijn ze intolerant aan industriële melkproducten?

Bij de industriële bewerking van zuivel gebeuren er een aantal zaken die de verteerbaarheid van de producten zou kunnen verminderen. Alle melkproducten die je in de supermarkt koopt, zijn met hitte behandeld én gehomogeniseerd (opdat er geen vetdeeltjes bovenaan je melk zouden drijven als je de fles opent). Na het lezen van alle studies rond hittebehandelingen en homogenisatie kreeg ik een punthoofd van de tegenstrijdige resultaten. Maar wat alleszins is geweten, is dat deze behandelingen de structuur van de vetdeeltjes en vooral van de eiwitten in de melk veranderen.

De boer waarvan ik mijn melk koop, legde ook uit dat hij zijn melk wél pasteuriseert (= hittebehandeling), maar niét homogeniseert, omdat dat naar zijn ervaring de vertering bemoeilijkt. Je kan zelf uitproberen of niet gehomogeniseerde melk voor jou verschil uitmaakt.

  • Hoe gezond was de koe die je de melk schonk?

Een koe die heel het jaar geen buitenlicht ziet en gevoederd wordt met graan en soja zorgt voor een hele andere kwaliteit van melk dan een koe die het jaar rond op de weide klaver en gras graast.

  • Is zuivel het probleem of zijn wij het probleem?

Wat ik ook heel vaak tegen kwam in mijn onderzoek naar zuivel, was dat een zuivelintolerantie niet veroorzaakt zou worden door zuivel zelf, maar door de staat van onze darmen en schildklier. Een verminderde darmwerking en een trage schildklier zouden het gemak waarmee je zuivel verteert, bemoeilijken. Zuivel beetje bij beetje terug introduceren in het voedingspatroon bleek mensen met een jarenlange intolerantie te kunnen “genezen”.

En dat is misschien meteen ook een verklaring voor het hoge aantal jonge kinderen die geen zuivel meer kunnen verdragen. Zij “erven” namelijk de darmflora van hun moeder. Als die al niet helemaal in orde was, gaat de darmflora van het kind ook minder goed zijn en mogelijk ontstaan daardoor allerlei voedselovergevoeligheden, waaronder die voor zuivel.

  • Wat is jouw eigen ervaring met zuivel?

Vooraleer je zomaar iets aanneemt, is het belangrijk om een keer te gaan kijken wat het nu precies met jou doet. Krijg je effectief een opgeblazen buik en darmproblemen als je melkproducten eet? En krijg je dat alleen maar van de gekleurde yoghurtjes van de supermarkt of ook van gewone volle witte yoghurt van bij de boer die zijn koeien op de wei laat grazen?

Jaren geleden, toen ik zelf nog conventionele zuivel at, had ik bijvoorbeeld constant een vette film op mijn gezichtshuid. Een reactie op die zuivelproducten, die helemaal verdween toen ik overschakelde op zuivel van grasgevoederde koeien (of geiten/schapen).

De beste manier om er zelf achter te komen of je zuivel kan verdragen of niet, is door een eliminatietest te doen. Hiervoor laat je zes weken lang alle zuivelproducten weg. Na die zes weken introduceer je week per week een product (bv. eerst yoghurt, de week erna kaas, de week erna melk,…). Merk je geen reactie op, dan weet je dat je zuivel kan verteren. Krijg je wel last, dan weet je dat je dat specifieke product beter laat.

 

Op de twee meest voorkomende beweringen tegen melk, schreven andere mensen al goeie artikels. Je vindt ze hieronder terug.

Is melk slecht voor je botten (de boodschap waarmee Kris Verburgh helaas velen aan de soja kreeg).

Is koemelk enkel voor kalfjes?

 

 

Deel deze pagina: