• Berichtcategorie:Gezond leven
  • Bericht reacties:38 Reacties
  • Leestijd:6 minuten gelezen

Het is een terugkerend fenomeen: mensen denken dat ik vegetariër ben. Onlangs nog kreeg ik na opnames bij de regionale tv het verbaasde vraagzinnetje “Oh, eet jij vlees?” te horen toen ik met veel smaak het door de kok voorgeschotelde stukje bresaola vlees met rode vruchtenconfijt op at. Dat je met kruiden werkt, staat voor veel mensen blijkbaar synoniem met vegetarisch eten. En dat klopt dus in mijn geval niet. Of althans niet meer, want van mijn zestiende tot mijn drieëndertigste ongeveer at ik geen vlees. Een paar jaar daarvan zelfs ook geen zuivel. En ik moet zeggen: het feit dat ik niet helemaal uit elkaar ben gevallen wijt ik aan het feit dat ik zeer sporadisch vis at. Strikt en langdurig vegetarisme en vooral veganisme is namelijk niet voor iedereen geschikt en zeker niet voor iemand met mijn constitutie: nogal groot en met een frêle lichaamsbouw. Een ‘vata-type’ zouden de mensen die met ayurveda bezig zijn, zeggen. En echt: als vata-vegetariër vloog ik op de duur bijna de lucht in.

Wat ik ondertussen ingezien heb, is dat er vooral één ding fundamenteel niet klopt aan een strikt vegetarisch dieet (en bovendien ook aan alle andere diëten) en dat is: het is een regel. Eén van de beste manieren om de signalen van je lichaam te leren negeren, is een dieet volgen. Of dat nu een paleo, vegetarisch, veganistisch, macrobiotisch of afslankdieet is: een dieet bestaat uit regels. En dat zorgt ervoor dat eten op de duur geen buikaangelegenheid meer is, maar wel eentje van je hoofd. Waar je lichaam naar vraagt, negeer je. En signalen van je lichaam kan je even negeren, maar niet voor de rest van je leven en meestal ook niet zonder gevolgen.

Het vasthouden aan voedingsregels en -dogma’s is wat mij betreft een ongezonde trend. Voeding zou geen religie mogen zijn en dat wordt het voor velen maar al te vaak. Eten zou gebaseerd moeten zijn op de nutritionele noden van jouw lichaam zodat dat optimaal kan functioneren en vooral: zodat het zonder symptomen kan functioneren. Voor sommige mensen die vegetarisch eten lukt dat goed. Voor anderen gaat het een tijdje – soms zelfs vele jaren – goed. En dan ineens, na vijf, tien, voor sommigen twintig of vijfentwintig jaar, gaat het niet meer. Zoals bij mezelf en bij een aantal mensen uit mijn omgeving. Wat ik het vaakst zag/zie gebeuren, is een steeds zwakker wordende spijsvertering en een (soms veelvoudig en moeilijk op te lossen) vitamine- of mineralentekort. Verder ook allesbehalve leuke verschijnselen als haaruitval, onregelmatige of zelfs helemaal geen menstruatie, een stuk van je tand afbijten, schildklierproblemen, slecht recuperatievermogen, ‘onverklaarbare’ vermoeidheid, intolerantie aan steeds meer voedingsmiddelen, concentratieproblemen, steeds kou hebben en een verzwakte immuniteit.

Maar hoe kan dat dan, want Indiërs eten vegetarisch en die zijn toch gezond?”, hoor ik je al denken. Indiërs kennen dit dieet inderdaad al meer dan duizend jaar, hoewel slechts 40% van de Indische hindu’s strikt vegetarisch eten. Het feit dat zij dat al zo lang doen, zou kunnen aantonen dat de manier waarop Indiërs vegetarisme toepassen misschien ook voor ons zou kunnen werken. Alleen zitten we daar onmiddellijk met een aantal issues: wij leven in een veel kouder klimaat dan Indiërs en hebben andere voorouders. Bovendien gebruiken vegetarische Indiërs die niet arm zijn een aanzienlijke hoeveelheid zuivel. In de Punjab, bijvoorbeeld, drinken mensen al vanaf de ochtend dahi: melk die fermenteert en een soort van yoghurt wordt. Uit hun onbewerkte zuivel halen ze het eiwit, het vet en de geconcentreerde energie die hun lichaam nodig heeft. Aangezien melkproducten hier bij ons heel vaak bewerkt, hoog verhit of gepasteuriseerd zijn, hebben veel mensen moeite met de vertering ervan. Gevolg: veel mensen schrappen melkproducten uit hun voedingspatroon en wat voor vegetariërs dan overblijft zijn enkel planten en misschien een occasioneel ei.

Vegetariërs eten dus vaak veel groenten en fruit en dat is super. Alleen: je kan er niet al je voedingsstoffen uit halen. Toereikende hoeveelheden eiwitten (en soms ook vetten) ontbreken vaak in een puur plantaardig voedingspatroon. Bovendien komt daar nog bij dat culturen die gezond blijven op een vegetarisch dieet een aanzienlijk deel van hun dag besteden aan de juiste bereiding van plantaardig voedsel. Tijd die wij als moderne mensen vaak niet meer kunnen of willen investeren. En nee: op rauwe groenten en slaatjes alleen blijf je echt niet draaien.

Ik wil zeker niet zeggen dat we met zijn allen grote lappen vlees naar binnen moeten werken of zelfs niet dat je iedere dag vlees zou moeten eten, maar wel dat het écht belangrijk is om de signalen van je lichaam te herkennen en er aandacht aan te geven. Ze zijn er niet voor niets. Eet je vegetarisch en voel jij je daar prima bij en heb je helemaal geen symptomen, dan zou ik zeggen: doe zo verder. Is dat niet het geval, dan zou ik toch eens kijken naar waar het schoentje knelt en bijsturen waar mogelijk.

Een gezond voedingspatroon zou er sowieso voor moeten zorgen dat:

  • je je verzadigd voelt en niet ‘snackt’ naar bepaalde voedingsmiddelen (bijvoorbeeld zoete of zoute dingen).
  • je een efficiënte spijsvertering hebt. Dat wil zeggen: goeie eetlust, probleemloze vertering en eliminatie (geen maag- of darmklachten, geen opgeblazen gevoel, geen constipatie, diarree of prikkelbare darm).
  • je je metabolisme goed draaiende kan houden. De efficiëntste manier om dat te testen is gedurende drie opeenvolgende dagen je lichaamstemperatuur nemen van zodra je wakker wordt. Leg de thermometer naast je bed en meet meteen je temperatuur. Bereken hiervan het gemiddelde. Dat zou minstens 36,6° C moeten zijn. Alles wat daaronder zit, wijst op een verminderde metabolische activiteit, wat een serieuze indicatie is voor verminderde vitaliteit.
  • je als vrouw een probleemloze cyclus hebt: geen uitblijvende of bijzonder pijnlijke cyclus of gewoon helemaal geen cyclus meer (gebeurt vaak bij veganisten).
  • je gewicht en spiermassa probleemloos kan behouden zonder vetopstapeling rond de middel (een klassieke plaats voor vetopstapeling, ook bij vegetariërs, die soms noodgedwongen veel te veel koolhydraten eten.)
  • je huid soepel en niet droog is.
  • je een constant energieniveau ervaart en een kalme geest.
  • je in staat bent om te kunnen eten zonder voedingsgerelateerde stress.

En onthou vooral dat luisteren naar je lichaam en regels en labels overboord gooien, een van de belangrijkste dingen is die je kan doen in het streven naar een gezond leven.

Beetje bouleversé(e) van dit artikel? Lees dan ook deel 2. 

 

 

 

 

 

Deel deze pagina: