O o o, de Kruidenelf is in haar nopjes! Het is nu echt volop lente en zoooooooveel super geweldige kruidjes komen nu piepen. Eigenlijk weet ik niet goed waar eerst over te schrijven, want het is er nu allemaal tegelijkertijd. Daarom heb ik besloten om een samenvatting te maken van enkele wilde kruiden die je kan gebruiken voor je gezondheid, schoonheid en “wellness” (haha, laat ik het moderne woord voor welzijn eens gebruiken).
Vorig weekend maakten we een wandeling in het Meerdaalwoud en daar begonnen de kleine, jonge blaadjes van de linde (Tilia cordata) uit te komen. Een delicatesse als je het mij vraagt. Ze zijn lekker sappig en zacht en smaken een beetje naar sla. In Griekenland worden de blaadjes ook in de keuken gebruikt. Ze worden er gevuld met een mengsel van ui, champignons, rijst en veel kruiden. Gebruik de blaadjes wel enkel als ze jong zijn, oudere blaadjes zijn veel taaier en minder lekker. In oude kruidenboeken vind ik wel terug dat je ze kan klaarmaken als spinazie. Ook de bloesems kan je gebruiken uiteraard, maar dat is een artikel op zich.
Berkenblaadjes (Betula pendula) zijn ondertussen ook fris, jong en groen. Je kan ze toevoegen aan een lentesoepje – of sla. Ze hebben een zuiverende werking en medicinaal kan je ze gebruiken bij klachten als oedeem, blaasontsteking, reumatische aandoeningen en huidaandoeningen. Voor mensen die het niet zien zitten om zelf berkenblaadjes te gaan oogsten, heeft Weleda een heel goed berkenextract van de blaadjes dat prima werkt.
Blaadjes van de braamstruik (Rubus fruticosus  oogst ik elk jaar opnieuw om er een voorraad van te drogen. Ten eerste omdat ze gewoonweg heerlijk smaken in een theemengeling, maar ook omdat ze enkele interessante medicinale toepassingen hebben. Ze hebben een samentrekkende werking, wat wil zeggen dat ze goed zijn bij klachten als diarree of aambeien. Probeer het ook eens uit als je bloedend tandvlees hebt: dat zal als sneeuw voor de zon verdwijnen. Je kan enkel de blaadjes oogsten of ook de jonge twijgjes (die nog buigzaam zijn) en alles tegelijk drogen.
Zomerpostelein (Portulaca oleracea) steekt nu ook overal de kop op. Het zit boordevol omega 3 vetzuren, vitamine C en carotenoïden en is daarom een goed voedingsmiddel om hart – en vaatziekten, ontstekingsziekten en een verminderde weerstand te voorkomen. Het bevat bovendien ook nog stoffen die de lever ondersteunen en helpt ontstekingen van maag en darmen te genezen. Het is een echt superkruidje! Gebruik het wel rauw in je salades. Als je het mee kookt, maak je de omega 3 vetzuren stuk.
Look zonder look (Alliaria officinalis) geeft een heerlijke smaak aan salades. Het heeft een milde looksmaak en is daarom geschikt voor de gevoelige types die knoflook te heftig vinden. Het plantje is heel rijk aan vitamine C en werkt licht diuretisch. Probeer het eens in een pesto te verwerken, tesamen met een hoop basilicum: een lekkernij!
Daslook (Allium ursinum)Â is eveneens heerlijk in pesto en salades en je kan er ook een lekkere maceratie olie van maken. Je moet wel tegen een overweldigende knoflookgeur in huis kunnen. Daslook is een uitstekende plant tegen aderverkalking en hoge bloeddruk en werkt ook heel goed bij chronische darminfecties. Het is een heel geneeskrachtig kruid. Let wel: daslook is een beschermde plant!
Van onze aller brandnetel (Urtica dioica) ken je ondertussen al heel wat toepassingen. Op dit moment is hij op zijn best en sappigst. Probeer hem eens te stoven samen met wat look en ui en verkruimel er dan wat fetakaas over… Smulplezier verzekerd!
Verder kan je ook de volgende wilde kruiden gebruiken in je voeding (gooi ze in je soep of salades): dovennetel (alle soorten), vogelmuur, duizendblad, weegbree (smalle en brede), zevenblad, … en nog zoveel meer… Wat een weelde toch…!
Hey Anntje,
ik kan het me zoooo voorstellen dat je nu in je nopjes bent! Ik ben dat namelijk ook ;). Alleen kan het wel eens heel druk zijn, met al die kruidjes die je toelachen, en dat dan nog eens allemaal tegelijk 😉
Gisteren ben ik maar liefst 7 l Wodka gaan halen aan de Spaanse grens (goeie prijs). Was ook op zoek naar pure alcohol maar die vond ik niet. Maar op een andere plek aan de Spaanse grens kan ik die zeker ook aan een interessante prijs bemachtigen.
Hierover gaat mijn vraag- ja ik weet het, elke week heb ik er wel één of meerdere ;)…
Welk van de twee verdient eigenlijk de voorkeur voor het maken van tincturen? Is het misschien zo dat het van het soort kruid afhangt of je best Wodka of ethanol gebruikt? Ik vind hierover echt geen uitsluitsel, eerder tegenstrijdige berichten.
Kan jij mij van de verwarring verlossen? 😉
Heel heel erg bedankt!
Katrin
PS In juli kunnen we misschien samen het koffie experiment doen met de zaadjes van het kleefkruid! Ik heb speciaal heel wat laten staan omdat ik zo benieuwd ben naar kleefkruidkoffie 🙂
Ah Katrin, tof, zo’n vaste correspondent 🙂
Hahaha, bekend fenomeen ja… druk met kruidenoogsten. Ik ontdekte eergisteren een plaats waar massa’s look-zonder-look staan. Al een pesto van gedraaid, maar ga ook nog wat plukken om eens in te vriezen (nog nooit geprobeerd, maar ik denk dat dat moet lukken, zoals met basilicum).
Wel, wat de soort van alcohol betreft: hoe verser je kruiden, hoe meer percentage alcohol er nodig is (omdat de kruiden zelf ook nog water bevatten). Hoe droger, hoe minder percentage ok is. Hetzelfde geldt zowat voor houtige versus “zachte” kruiden. Basilicum bevat bijvoorbeeld meer water dan tijm.
Maar uiteindelijk maakt het voor eigen gebruik niet zoveel uit hoor. De volkse methode is zeker evengoed om eigen medicijnen te maken dan de standaardmethode. En het is ook het gemakkelijst: gewoon de pot vullen met versneden kruid, bijvullen met wodka et voilà ..Dat gaat al een heel goed medicijn geven. Qua dosis moet je dan wat leren aanvoelen hé. De ene keer gaat de tinctuur minder straf zijn dan de andere. Maar dat geldt ook als je de standaardmethode zou gebruiken, want de ene keer bevat je kruid meer werkzame inhoudsstof dan de andere, als je begrijpt wat ik bedoel… 🙂 Dus: maak het niet te ingewikkeld, en gebruik gerust die 7 flessen wodka, hahaha… grappig… Ik wil ook wel eens naar de Spaanse grens dan 🙂
En kleefkruidkoffie: joepie!!!
Liefs,
Anntje