• Berichtcategorie:Voeding
  • Bericht reacties:0 Reacties
  • Leestijd:8 minuten gelezen

Ongeveer een half jaar geleden stuitte ik op een ongelofelijk intrigerend artikel in The Atlantic. De titel ging als volgt: “Could ice cream possibly be good for you? Nutrition science’s most preposterous result.” (Zijn ijsjes mogelijk goed voor je? Het meest absurde resultaat uit de voedingswetenschap.)

Waarschijnlijk weet je ondertussen al dat ik in de warmere maanden zelf serieus wat ijsjes draai (en eet) en dat ik ijs ook altijd als iets voedzaams heb beschouwd, nooit als een zonde. Het is wellicht iets dat dateert vanuit de periode dat ik nog veel in Italië vertoefde, waar de mensen – heel anders dan bij ons – toch ook een andere visie hebben op deze romige lekkernij. “È tutta sostanza”, zeggen ze erover, wat zoveel betekent als: “Het zit vol voedingsstoffen”. En blijkbaar is ook in de wetenschap al tal van keren een verband aangetoond tussen ijs en gezondheid.

Het verbazingwekkende effect van ijsjes op onze gezondheid

In het artikel las ik hoe – in 2018 – een promovendus van de universiteit van Harvard, genaamd Andres Ardisson Korat, een onderzoek presenteerde over de relatie tussen zuivelproducten en chronische aandoeningen. In een van zijn studies trof hij een bedenkelijk resultaat aan: bij diabetici was het eten van ongeveer één bol ijs per dag geassocieerd met een lager risico op hartproblemen.

Je kan je al wel voorstellen dat deze bevinding meer dan een paar wenkbrauwen deed fronsen op Harvard. Daarom droeg de faculteitsvoorzitter Andres op om verder onderzoek te doen naar mogelijke fouten: elke mogelijke test werd gedaan om het resultaat te ontkrachten. Tevergeefs: de ijsjesbevinding bleef stevig overeind.

“Er zijn weinig plausibele biologische verklaringen voor deze resultaten,” schrijft Andres in zijn proefschrift. “Een mogelijkheid is dat in zuivelproducten zoals melk, kaas, room en ijs, het membraan dat de vetbolletjes bedekt, het zogenaamde melkvetbolmembraan (MFGM – milk fat globule membrane), intact is in tegenstelling tot in bijvoorbeeld boter waarvan het membraan tijdens het productieproces wordt verwijderd.” Onderzoek wijst er inderdaad op dat zuivelproducten waarvan het melkvetbolmembraan intact is, positieve effecten op de gezondheid hebben en metabolisch neutraler zijn dan voedingsmiddelen waarbij het membraan verloren gaat tijdens het karnen.

De link tussen ijsjes en gezondheid is niet nieuw

Compleet verbouwereerd door deze bevinding bleef het voedingsteam van Harvard verder zoeken naar mogelijke pistes die het resultaat zouden kunnen ontkrachten. Ze bestudeerden eerdere onderzoeken en kwamen tot de conclusie dat de link tussen ijs en gezondheid al zo’n twintig jaar oud was. Mark Pereira, een epidemioloog aan de universiteit van Minnesota, ontdekte immers al in 2002 dat op zuivel gebaseerde desserts, zoals ijs en pudding, zorgden voor een drastisch verminderde kans op insulineresistentie (een voorloper van diabetes) bij mensen met overgewicht. In het onderzoek van Pereira kan je inderdaad lezen dat het verband tussen ijs en gezondheidsvoordelen 2,5 keer groter was dan het verband voor andere zuivelproducten. “Voor dat resultaat heb ik tot op de dag van vandaag nog steeds geen verklaring”, zegt Pereira.

In 2005 kwam het onderzoeksteam van Harvard opnieuw met een studie, waarbij ruim 41000 mannen over een periode van 12 jaar gevolgd werden. Daarin kon je lezen dat mannen die dagelijks twee of meer porties magere melkproducten consumeerden, 22 procent minder risico hadden op diabetes. Fun fact: volgens dezelfde studie mochten mannen die twee of meer porties ijs per week aten, van hetzelfde verminderde risico genieten.

Nog meer onderzoek naar ijsjes en gezondheid

Gedurende een periode van ongeveer tien jaar bereikten andere onderzoeken vergelijkbare resultaten. De positieve associatie tussen ijs en gezondheidsvoordelen bleef hardnekkig standhouden. Onderzoekers konden er moeilijk naast kijken, aangezien de resultaten zich bestendigden in onderzoeken die samen honderdduizenden mensen hadden gevolgd. Toch werd er door de voorzitter van de faculteit voeding van Harvard op aangedrongen om de data nogmaals te dubbelchecken. Opnieuw konden er geen fouten gevonden worden. De gezondheidsvoordelen van ijs werden echter ook dit keer wat weggemoffeld uit angst voor kritiek en men focuste zich vooral op het meer aanvaardbare verband tussen yoghurt en een verminderde kans op insulineresistentie. Om de controversiële data niet te veel aandacht te geven, kopte men daarom in een paper die in 2014 over het onderwerp werd gepubliceerd dan maar dat: “een grotere inname van yoghurt geassocieerd is met een verminderde kans op diabetes type 2“. Yoghurt had immers wél een “gezond” imago, waardoor de stelling niet te veel tegenkanting zou uitlokken.

De gerenommeerde cardioloog Dariush Mozaffarian, cardioloog en decaan van de faculteit voeding aan de universiteit van Tufts, die ook meewerkte aan dit onderzoek zei: “De conclusies waren niet helemaal accuraat neergepend. Het effect van yoghurt was vergelijkbaar met dat van ijs, quasi identiek. Ik denk nog altijd dat het te maken heeft met omgekeerde causaliteit. (*) Maar ik ben niet zeker, en dat irriteert me een beetje. Mocht dit over een gepatenteerd medicijn hebben gegaan, dan kon je erop rekenen dat er een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek van 30 miljoen zou worden uitgevoerd om te zien of ijs diabetes voorkomt.”

Op de vraag of ijs metabolisch beschermend is, antwoordt hij het volgende: “Men heeft de indruk dat ijs ongezond is, maar het bevat vet, eiwitten en vitaminen. Het is beter voor je dan brood. Gezien hoe vreselijk het Amerikaanse dieet is, is het heel goed mogelijk dat als iemand ijs eet én minder graanproducten, het daadwerkelijk zou kunnen beschermen tegen diabetes.”

De glycemische index van ijs is alleszins lager dan die van bruine rijst. En daarnaast heb je het bijzondere melkvetbolmembraaneffect dat het verband mogelijk zou kunnen verklaren.

Gevraagd naar het rond de pot gedraai van de academische wereld over dit onderwerp, antwoordde Pereira, de “vader” van de ijsparadox dat “dit soort resultaten niet goed vallen in de “closed minded” wereld van de voedingswetenschap. Ze willen het niet zien. Ze denken er misschien een seconde over na, grinniken even en geloven het niet. Ik denk dat dit toont hoezeer de moderne voedingswetenschap gedrenkt is in dogma.”

De moraal van dit verhaal?

  1. Voedingswetenschap is erg ingewikkeld.
  2. IJsjes zijn niet slecht voor je gezondheid en mogelijk zelfs goed.
  3. Dat wil niet zeggen dat je elke dag een liter Ben & Jerry’s of Häagen-Dazs moet eten, maar wel dat er niks zondigs of slechts aan is om met mate van kwaliteits-ijs te genieten.
  4. Voor het verschil in calorieën en ingrediënten tussen zelfgemaakt kwaliteits-ijs en gekocht ijs, heb ik hier een analyse gemaakt.

Meer weten over het effect van voeding op je metabolisme? Neem dan deel aan de online cursus binnenkort!

(*) Omgekeerde causaliteit is een begrip uit de wetenschap waarbij men denkt dat variabele A een effect heeft op variabele B, terwijl in werkelijkheid variabele B invloed uitoefent op variabele A.

Het artikel in the Atlantic kan je hier lezen.

Deel deze pagina:

Geef een reactie