Nu we weer opnieuw mogen uit werken gaan, word ik er weer mee geconfronteerd: conversaties over eten. De tendens blijft: mensen komen in de loop van de jaren aan, willen die kilo’s opnieuw kwijt spelen en doen daarvoor wat we al tientallen jaren gehoord hebben dat we zouden moeten doen: weinig eten. Een slaatje met een verloren stukje tonijn of mozzarella is meestal wat er dan aan de lunchtafel gegeten wordt. Dat werkt meestal fantastisch. Of toch de eerste weken of maanden. Daarna, wanneer de kilo’s en een ietsje extra er opnieuw bijkomen, wordt duidelijk dat al dat letten op je eten toch niet zo heel fantastisch werkte. Of althans niet duurzaam was. Maar hoe komt dat nu eigenlijk? Dat we tijdens een dieet wel kilo’s kwijt raken, maar dat diezelfde kilo’s er zelden voor altijd ook af blijven?
Alles heeft te maken met je metabolisme. Wanneer je als volwassen vrouw of man (veel) minder eet dan wat je nodig hebt (bijvoorbeeld 1200 à 1500 calorieën, als je die al binnen krijgt), dan heeft je lichaam veel te weinig brandstof om de dag door te komen. Tel daar nog eens bij op dat heel wat mensen die gewicht willen verliezen niet alleen minder beginnen te eten maar ook vaak extra beginnen te sporten, dan weet je dat de balans brandstof versus verbruik helemaal zoek is.
Initieel zal je op die manier inderdaad gewicht verliezen. Het probleem is echter dat je lichaam door het gebrek aan brandstof maatregelen moet nemen om je toch van voldoende energie te blijven voorzien zodat je kan blijven werken, sporten, lachen, nadenken, … Stresshormonen als adrenaline en cortisol zullen hiervoor de hoogte in worden gejaagd. Die hormonen zorgen er immers voor dat je bloedsuiker opgekrikt wordt door lichaamsweefsels (zoals je spieren) aan te spreken voor de energieproductie. Het resultaat is dat je niet alleen vet verliest, maar ook spierweefsel. Geen goed nieuws als je weet dat ook je spiermassa een belangrijke metabolisme stimulerende factor is. Daarnaast zorgen al die stresshormonen er op een onrechtstreekse manier ook voor dat je minder actief schildklierhormoon zal aanmaken, dat je eveneens nodig hebt voor een optimale werking van je metabolisme.
Een belangrijk begrip om het fenomeen van afvallen en opnieuw (meer) aankomen als gevolg van diëten te verklaren, is energie efficiëntie. Heb je je ooit afgevraagd waarom mensen die excessief sporten bijvoorbeeld, plots heel veel aankomen wanneer ze daarmee stoppen? Hun lichaam heeft zich aangepast aan het hoge energieverbruik en is daardoor op termijn erg efficiënt geworden. Efficiënt is in deze zin geen positief gegeven, aangezien het ervoor zorgt dat hun lichaam dezelfde activiteiten kan uitvoeren op minder energie (calorieën) dan voorheen. Kortom: je lichaam verbrandt minder calorieën dan het normaal zou verbranden: je metabolisme werkt nu trager. Diëten waarbij erg beknibbeld wordt op het aantal calorieën die je binnen krijgt, hebben hetzelfde effect: je lichaam komt met steeds minder energie (calorieën) toe. Het lastige aan zo’n verminderd metabolisme is dat het op termijn niet alleen leidt tot gewichtstoename en je steeds minder moet gaan eten om simpelweg op gewicht te blijven, maar dat ook andere symptomen kunnen opduiken. Klachten als slaapproblemen, menstruele ongemakken en/of PMS, kouwelijkheid, spijsverteringsklachten en constipatie kunnen allemaal het gevolg zijn van een verminderd metabolisme.