• Berichtcategorie:Gezond leven
  • Bericht reacties:17 Reacties
  • Leestijd:6 minuten gelezen

 

“Koolhydraten zijn slecht.” ,”Hoe minder vlees je eet, hoe beter.”, “Suiker is kankerverwekkend”, “Van melk krijg je slijmen”, “Vasten is gezond”, … Geen onderwerp waar er zoveel beweringen en misverstanden over bestaan als over voeding. De pers strooit graag met sensationele koppen over voeding, de ene al wat straffer dan de andere, en vaak blijkt wat je gisteren las in de krant, vandaag dan toch weer niet meer te kloppen.

Ook ik ben lange tijd ten prooi gevallen aan dat amalgaam van beweringen en misverstanden. In mijn twintiger en begin dertiger jaren heb ik zowat alle ‘voedingssystemen’ uitgeprobeerd die er bestaan: ik was 15 jaar vegetariër, waarvan ook zo’n jaar veganist (trouwens, waarom heten veganisten nu plots vegans?). Ik probeerde daarnaast macrobiotiek, glutenvrij, zuivelvrij, suikervrij, paleo, raw food, GAPS, low carb, … en ik vergeet er waarschijnlijk nog een paar. Ik prijs mezelf gelukkig dat mijn experimentele periode al voorbij was, toen keto een hype werd. Al die systemen hadden een gelijkaardig effect op me: initieel voelde ik me er gezonder en energieker door, maar op termijn doken de kwaaltjes waarvoor ik het dieet ooit begon, opnieuw op. Na al die jaren van leren en uitproberen besef ik ook hoe dat komt. Dergelijke voedingssystemen mogen dan misschien wel (soms wetenschappelijk onderbouwde) voordelen hebben, ze zijn stuk voor stuk gebaseerd op het belasteren en daarop volgend zoveel mogelijk weglaten van een volledige voedingsgroep (koolhydraten, eiwitten of vetten) of bepaalde voedingsmiddelen (zuivel, brood, …). Een uitgangspunt dat in je hoofd misschien wel logisch lijkt, maar waar je lichaam op termijn niet altijd zo blij mee is. Er bestaan niet voor niets drie grote macronutriënten (koolhydraten, eiwitten en vetten) en die hebben we alle drie nodig. Daarnaast is één specifiek voedingsmiddel – of het nu zuivel, suiker of gluten is – maar zelden de enige oorzaak van een kwaal. Maar daarover later meer.

“Het is wetenschappelijk bewezen”, maar klopt dat wel?

Allereerst is het belangrijk om te snappen hoe er zoveel verwarring rondom voeding kan ontstaan, wanneer er in de pers toch regelmatig bericht wordt over nieuwe wetenschappelijke studies die een of ander voor- of nadeel van een bepaald voedingssysteem of voedingsmiddel benadrukken. Wetenschappelijk gezien valt het effect van voeding op het menselijk lichaam echter niet zo eenvoudig te onderzoeken. Vaak wordt het effect ervan op ons lichaam onderzocht onder de vorm van zogenaamd observationeel onderzoek. Dat wil zeggen dat er gekeken wordt naar het verband tussen bepaalde voedingsgewoonten en het aan- of afwezig zijn van bepaalde ziekten of symptomen. Zulke onderzoeken gebeuren vaak aan de hand van enquêtes bij de bevolking en de conclusies die hieruit voort komen, zijn eerder hypotheses die verder moeten onderzocht worden, dan effectieve bewijzen die met zekerheid aantonen dat voeding X goed of slecht is voor aandoening Y.

Een voorbeeld: “Mensen die rode wijn drinken, hebben minder kans op hart- en vaatziekten”. Deze hardnekkige oneliner wordt graag in de mond genomen door liefhebbers van rode wijn, maar: het feit dat er een verband is tussen rode wijn en minder hart- en vaatziekten, wil niet zeggen dat rode wijn hartziekten voorkómt. Mensen die rode wijn drinken zijn misschien vaker levensgenieters die hun wijntje in goed gezelschap drinken en die daardoor minder stress hebben. Resultaat: minder hartziekten. Zie je waar ik naartoe wil? Correlatie is geen causatie, oftewel: dat er een verband is, wil nog niet zeggen dat het ook de oorzaak is. Een ander voorbeeld: het is wetenschappelijk aangetoond dat de kans op verdrinking toeneemt, als mensen veel ijsjes eten. Er is dus een verband (correlatie) tussen ijsjes eten en verdrinken. Oei, wil dat dan zeggen dat ijsjes eten de oorzaak is van verdrinken? Ah nee, want dat er een verband is, toont nog niet aan dat het ook de oorzaak is. Als mensen veel ijsjes eten, is het doorgaans immers warm weer en bij warm weer gaan er meer mensen zwemmen waardoor het gevaar op verdrinking toeneemt. Snap je? Mocht bovenstaand voorbeeld een ander verband aan tonen – een verband tussen ijsjes eten en hoge bloeddruk bijvoorbeeld, reken dan maar dat er in de krant snel een kop zou staan in de trant van: “Hoge bloeddruk? Eet minder ijsjes!”. En daarna zal iedereen die een ijsje eet al snel denken dat het niet goed is voor zijn/haar bloeddruk.

 

Wat de mens in verwarring brengt zijn geen feiten, maar de dogmatische meningen over de feiten. – Epictetus

Een volledig voedingssysteem (veganisme, paleo, makrobiotiek, enz..) kan eigenlijk niet klinisch onderzocht worden. Dat wil zeggen: je kan geen mensen die dat soort dieet volgen gedurende jaren in een klinische setting opnemen. We zouden er dan immers ook voor moeten zorgen dat ze volledig dezelfde levensstijl hebben, hetzelfde niveau van lichaamsbeweging, dezelfde emotionele strubbelingen, … want dat zijn allemaal factoren die de uitkomst van het onderzoek kunnen beïnvloeden. Je ziet wel dat dat quasi onmogelijk is.

Kan wetenschap ons dan niets vertellen over voeding? Zeker wel!

Wat je bijvoorbeeld wél kan doen, is de eigenschappen van bepaalde voedingsmiddelen gaan onderzoeken. Zo was er onlangs bijvoorbeeld een onderzoek waarin de samenstelling van melk van weidekoeien vergeleken werd met die van stalkoeien. In dat onderzoek werd aangetoond dat de melk van de weidekoetjes dubbel zoveel omega 3-vetzuren, 40% meer vitamine E en ook meer betacarotenen en vitamine A bevat dan de melk van de stalkoeien. Dat zijn geen verbanden. Dat zijn vaststaande feiten: de gehaltes van die stoffen kunnen werkelijk aangetoond worden in laboratoria. Al durven journalisten ook bij zulke onderzoeken wel eens in de fout gaan. Wat ik hierboven bijvoorbeeld schreef: “Melk van weidekoetjes bevat dubbel zoveel omega 3-vetzuren als melk van stalkoeien”, zou bijvoorbeeld een goed scorende titel in een krant kunnen zijn. Als je naar de werkelijke cijfers kijkt, dan is het resultaat echter veel minder straf. Weidemelk bevat 1% omega 3, terwijl stalmelk 0.5% omega 3 bevat. Dat is inderdaad dubbel zoveel, maar als je de werkelijke cijfers bekijkt, is het verschil dus niet zo heel groot.

De moraal van dit verhaal? Lees artikels over voeding en wetenschap altijd kritisch en kijk verder dan een titel of een slogan. Die zijn immers bedoeld om je aan te zetten om het artikel te lezen en niet zozeer om je de waarheid te vertellen.

 

Deel deze pagina:

Deze post heeft 17 reacties

  1. Valerie Van den Broeck

    Anntje, wat je hier schrijft is absoluut waar en goed en duidelijk beschreven, het spijtige is dat die berichtgeving niet alleen onze voeding betreft, maar zo goed als alles wat
    er in de kranten gepubliceerd wordt. Mensen zouden beter moeten weten dat er heel veel zaken met een korreltje zout genomen moeten worden.

  2. Nadia

    Oooh, wat herken ik me hierin! Alles uitproberen, me aanvankelijjk goed voelen en dan – poef! – zijn de kwaaltjes weer terug. Met alle emotioneel demotiverende gevolgen van dien. 🙁

    Ik ga het zo stilaan ook maar eens moeten opgeven, al die dieettrends. Kwaliteitsvolle voeding, die zo min mogelijk bewerkt is. Daar kom je al een heel stuk mee, volgens mij.

    1. Anntje Peeters

      Dag Nadia, ik denk dat heel veel mensen zich hierin herkennen. Het is ook zo aanlokkelijk hé, van die slogans die je beloven om in drie weken van al je klachten af te komen. 🙂 Het is ook daarom dat ik ook zo graag over voeding wou bloggen: er vallen veel mythes te ontkrachten en eens dat gebeurd is, is het eigenlijk vrij simpel. Zoals je ook in je laatste twee zinnen zegt.

  3. Debby

    Zoals steeds een fijn artikel

    1. Anntje Peeters

      Dankjewel Debby!

  4. Bernard

    Goed gezegd en waar maar wat is dan de ideale aanbeveling

    1. Anntje Peeters

      Dag Bernard, daar ga ik in de toekomst zeker over bloggen! Maar een tipje van de sluier: een ideale aanbeveling is er niet. Het is voor iedereen een beetje anders.

  5. Stanley

    Hmmm, alles waar je teveel van gebruikt is slecht….
    Ik ben het er wel mee eens dat er overal suiker en koolhydraten aan toegevoegd wordt en als je het niet weet, sta je er ook niet bij stil.

    1. Anntje Peeters

      Klopt, alleen: als je zoveel mogelijk pure voedingsmiddelen eet en zoveel mogelijk in de ‘periferie’ van de supermarkt shopt, dan omzeil je dat probleem.

  6. Bea

    Prima artikel. Hoop dat veel mensen het lezen. Scheelt een boel stress ?.

  7. Kathleen Janssen

    Heerlijk artikel. En ook helemaal eens met de reactie van Valerie.

  8. Godelieve

    Fijn artikel je kunt inderdaad soms niet meer de bomen in het bos zien van wat je beter doet of niet doet eindelijk eens wat duidelijkheid

  9. Rudi

    Heel goed artikel. Trouwens veel van uw artikels zijn heel goed en in begrijpelijke taal. U durft te zeggen wat andere verzwijgen. Proficiat.

  10. tessa

    Fijn dit te lezen! Ook duidelijke taal , leest makkelijk weg. Leer veel van jou , bedankt voor het delen!

  11. Dominique

    Na al die jaren van experimenteren, tot kort nog met koolhydraatarm, eet ik nu gewoon, gezond en drink ik terug melk! Ongelofelijk wat melk met mijn mondslijmvliezen doet. Mijn lichen planus gaat er niet mee weg, voorlopig nog niet, maar mijn mond is zo rustig geworden en ik eet alles zoveel smakelijker. Dank je Anntje, al je tips hier en in je boeken hebben me wakker geschud. Ik eet gewoon zo gezond mogelijk.

    1. Anntje Peeters

      Hoera voor Dominique! Goed gedaan van jou. Het gaat alleen maar nog beter worden!

Geef een reactie